Signalering

Onder de signalering wordt de informatie verstaan die nodig is voor het opbouwen, bewaken en verbreken van een verbinding. Bij vaste telefonie gaat het dan om informatie als: kiestoon, doorgifte van het gekozen nummer, beantwoording en verbinding vrijgeven. Bij mobiele communicatie komt daar dan nog informatie bij over de kwaliteit van de verbinding om een handover te kunnen doen. Bij een digitale verbinding kan de signalering ook informatie over de soort inhoud bevatten, gaat het om spraak, fax, of bijvoorbeeld data.

In het analoge telefoonnet wordt de signalering in hetzelfde kanaal verstuurd als het telefoongesprek zelf. Bij ISDN en mobiele netwerken als GSM wordt de signalering verstuurd via een apart signaleringskanaal. dit wordt common channel signaling genoemd. Deze vorm van signalering heeft als voordeel dat er tijdens het gesprek meer mogelijkheden zijn om signaleringsinformatie te versturen, bijvoorbeeld een seintje dat er een tweede oproep binnenkomt, inclusief het bijbehorende nummer.

De signalering in het vaste en mobiele telefoonnet kan worden onderverdeeld in twee categorieën.

  1. toegangsprotocol;
  2. internode-signalering
Het toegangsprotocol regelt de informatie die uitgewisseld moet worden tussen de eindgebruiker en het telefoonet om een telefoongesprek te kunnen houden. De internode signalering verzorgt de signalering tussen de verschillende elementen (nodes, zoals telefooncentrales) van het telefoonnet. hiervoor wordt gebruik gemaakt van SS7.




Lees verder