DVB-T

English

Digital Video Broadcasting - Terrestrial (DVB-T) is een systeem voor de verspreiding van omroep via aardse zenders. DVB-T is onderdeel van de familie van standaarden van het DVB Project. Net als alle andere DVB standaarden is DVB-T gebaseerd op de overdracht van data containers. DVB-T maakt gebruik van dezelfde radiokanalen van 8 MHz (of 7 of 6 MHz) als die worden gebruikt voor analoge televisie.

De data containers kunnen een flexibele combinatie van MPEG-2 gecomprimeerde video, audio en data bevatten. De container kan meer dan één televisie programma als ook radio programma's en datadiensten bevatten. De verschillende programma's en datadiensten worden in een zogenoemde multiplex samengevoegd. Een container bevat ook Service Information (SI), welke details geeft over de programma's die worden uitgezonden. Een analoog televisie kanaal kan 3-6 digitale televisie programma's bevatten.

Om DVB-T te kunnen ontvangen is een decoder, ook wel set-top-box genoemd, nodig. De decoder zet het digitaal gecomprimeerde videosignaal om in een signaal dat geschikt is voor een gewone televisie.

DVB-T transmissie

De transmissie van DVB-T is gebaseerd op Coded Orthogonal Frequency Division Multiplex (COFDM). COFDM maakt gebruik van een groot aantal draaggolven. Iedere draaggolf wordt gebruikt voor de transmissie van een deel van de data. De data wordt met behulp van QPSK of QAM op de draaggolf gemoduleerd. COFDM heeft het voordeel dat het robuust is tegen de ontvangst van een signaal tezamen met echo's daarvan (meerwegontvangst) en frequentie selectieve fading. De robuustheid tegen meerwegontvangst wordt verkregen door gebruik te maken van een zogenaamd 'guard interval'. Dit houdt in dat tussen de symbolen een bepaalde tijd geen signaal wordt verzonden. Het guard interval vermindert dan ook de transmissiecapaciteit.

Vanwege deze immuniteit voor meerwegontvangst is het mogelijk om het verzorgingsgebied uit te breiden met behulp van een aantal elkaar overlappende zenders die op dezelfde frequentie werken. In het overlappende gebied wordt het zwakste van de twee signalen gezien als een echo tgv meerwegontvangst. De twee stations moeten hiervoor wel gesynchroniseerd zijn en de echo moet binnen het guard interval vallen. Hoe verder de stations van elkaar verwijderd zijn, hoe groter het guard interval moet worden.

Er zijn twee COFDM modes mogelijk binnen het DVB-T systeem. Een 2k mode welke van 1705 draaggolven gebruik maakt en een 8k mode welke van 6817 draaggolven gebruik maakt. De 2k mode is geschikt voor uitzendingen met een enkele zender en een zendernetwerk op een enkele frequentie over een beperkt verzorgingsgebied met lage vermogens. De 8k mode kan zowel voor een enkele zender worden gebruikt als voor een uitgebreid zendernetwerk dat gebruik maakt van één frequentie. Het guard interval kan worden ingesteld.

DVB-T kan ook worden gebruikt voor mobiele ontvangst. Van DVB-T is een afgeleide versie gemaakt, DVB-H, die is geoptimaliseerd voor mobiele ontvangst.

DVB frequenties

DVB-T maakt gebruik van frequenties in Band III (174-230 MHz) en Band IV en V (470-862 MHz). Tijdens de Regionale Radiocommunicatie Conferentie 2006 (RRC06) is een internationaal frequentieplan opgesteld voor het gebruik van deze banden. Nederland heeft tijdens deze conferentie de rechten verworven voor éé DVB-T laag in Band III en 7 nationaal dekkende DVB-T lagen in Band IV/V. Daarnaast heeft Nederland de rechten verworven voor een DVB-T laag met een dekking van 80% van Nederland (exclusief het zuiden). De DVB-T laag in band III kan indien gewenst ook worden gesplitst in 4 T-DAB lagen.

Lees verder